Home Seks en mijn lichaam Hoe werkt mijn lichaam? Vrouw: vrouwelijk lichaam en voortplantingssysteem

Vrouw: vrouwelijk lichaam en voortplantingssysteem

Ah, de geheimen van het vrouwelijk voortplantingssysteem. Het vrouwelijk lichaam heeft organen die vaak worden gezien als een bron van seksueel genot, maar ook organen die je niet kan zien met een bepaalde functie voor de voortplanting. Met de juiste informatie is het helemaal niet zo ingewikkeld! Hier vertellen we wat meer over enkele belangrijke delen van het vrouwelijk lichaam, zodat je je lichaam beter begrijpt.

De vulva

De vulva bestaat uit de externe vrouwelijke geslachtsorganen, met andere woorden alles dat je kan zien als je voor een spiegel gaat zitten en de grote schaamlippen van je genitaliën voorzichtig openhoudt – want het is belangrijk dat je je lichaam kent! De vulva omvat de schaamheuvel, de grote schaamlippen, de kleine schaamlippen, de clitoris, het schedevoorhof, het plasgaatje, de vaginale opening en de uitgangen van de klieren van Bartholin en Skene. Het plasgaatje hoort erbij omdat het zich in het schedevoorhof bevindt. De kleine schaamlippen liggen onder de grote schaamlippen en beschermen de clitoris en de vaginale opening.

Clitoris en vestibulaire bollen

De ‘interne clitoris’ is een recent concept binnen de anatomie. Stel je een stemvork voor: de clitoris is dan het topje dat je langs buiten kunt zien, terwijl de vestibulaire bollen een interne vertakking vormen onder de grote schaamlippen. Omdat het weefsel opzwelt bij seksuele opwinding, kan de clitoris door stimulatie intern en/of extern vergroten. Dat zijn twee belangrijke erogene zones. Door seksuele opwinding zwellen de vestibulaire bollen op en wordt de clitoris hard. Ze gaat rechtop staan, net als de penis bij de man (het topje van de clitoris heet trouwens de clitoriseikel of -glans). Die erectie (ja, ook jij krijgt erecties) kan je niet per se zien, omdat ze binnenin je lichaam zit.

De vagina

De vagina is het kanaal dat de baarmoederhals (het onderste deel van de baarmoeder) verbindt met de buitenkant van het lichaam. Als reactie op seksuele opwinding wordt ze vochtig om het penetreren te vergemakkelijken. Ze omhult de penis met haar elastische wanden, bijna zoals een natte handschoen. Het buitenste deel is het rijkst aan zenuwuiteinden en is gevoelig voor stimulatie. Net binnen de vagina zit het maagdenvlies, dat scheurt wanneer je voor het eerst seks hebt – maar weet dat niet alle vrouwen een maagdenvlies hebben, en dat dat geen weerslag heeft op hun maagdelijkheid.

De baarmoeder

Dit holle, peervormige orgaan bestaat uit twee delen: het grootste deel, het lichaam van de baarmoeder met in het midden de baarmoederholte, en het onderste deel, de baarmoederhals, die onderaan uitkomt in de vagina. De baarmoeder is een elastische spier die zich aanpast aan de grootte van de foetus naargelang die zich ontwikkelt. De baarmoederholte strekt zich uit door het baarmoederhalskanaal dat door de baarmoederhals loopt. Het is dat kanaal waardoor de zaadcellen de baarmoeder en de eileiders proberen te bereiken tijdens de eisprong en waardoor je menstruatiebloed naar buiten vloeit.

De eierstokken

De eierstokken zijn twee kleine, eivormige klieren die zich aan weerskanten van de baarmoeder bevinden. Ze hebben een dubbele functie: ze produceren één eicel per cyclus, meestal om de beurt, en ze produceren oestrogeen en progesteron, hormonen die worden vrijgegeven in het bloed. Met die dubbele werking leveren ze al wat nodig is om een zwangerschap mogelijk te maken. Eens de eierstok een eicel heeft vrijgegeven, heeft die 12 à 24 uur de tijd om in een van de eileiders in contact te komen met een zaadcel.

De eileiders

Tijdens de eisprong geeft de eierstok een eicel vrij. Die beweegt zich door een van de eileiders die naar de baarmoeder leiden. Het is in een van die smalle buisvormige structuren dat de zaadcellen de eicel moeten bevruchten. Eens een eicel bevrucht is, reist ze verder door de eileider naar de baarmoeder, waar ze zich innestelt in de baarmoederwand. Als dat gebeurt, ben je zwanger. Als een eicel niet wordt bevrucht, nestelt ze zich niet in en wordt ze op natuurlijke wijze verwijderd door de menstruatie.